Mannenconvent Kruisbroeders (ca 1470 - ?)

Ontstonden in 1467 uit de Bogarden. Nadat in begin 1469 de paus ten gunste van de Bogarden had beschikt omtrent de eigendom van het Bogardenklooster, moesten ze wegens de gespannen sfeer eind 1469 dit klooster verlaten en betrokken een oud vervallen krot in de Mortel en omdat de kloosterlingen geen goederen in bezit konden krijgen zonder verlof van de Hertog, duurde het tot 1470 alvorens het nieuwe klooster, toegewijd aan de H. Katharina, kon worden betrokken. Door aalmoezen en schenkingen groeide hun bezit, hoewel het klooster niet echt rijk was. De kloosterlingen brachten het grootste gedeelte van de dag door met het koorgebed en de bestudering en overschrijving van boeken. Al was de kloosterkerk in 1569 tot parochiekerk verheven, toch werd zij niet door Kruisbroeders maar door wereldheren beheerd. De kerk werd in de periode 1601-1607 vergroot.
Bron: Bossche Bouwstenen VI
~~~
Bij de restauratie van het grotendeels 19e-eeuwse hoekpand Sint Jorisstraat 11 kwamen onverwachts de gotische raamnissen tevoorschijn van de voormalige poort van het Kruisbroedersklooster. Dit poortgebouw bleek over het Kruisbroedersstraatje heengebouwd te zijn en is vermoedelijk al in de 17e eeuw gesloopt.
Bron: Van Bos tot Stad
~~~
Vermoedelijk werd in het midden van de 16e eeuw het Kruisbroedersstraatje bij de Sint Jorisstraat aangelegd en overbouwd. Deze poort, de 'Vospoort' genaamd, is omstreeks 1800 gesloopt.
Bij de restauratie van het huis Sint Jorisstraat 11 zijn de spitsboogvormige hoge nissen van de poortzaal in het zicht gekomen. Ze zijn bij de restauratie gehandhaafd.
Bron: Kloosters, Kronieken en Koormuziek
Benaming
Jaar
Naam
Bron
1629
Kruys broeders
Kaart beleg 's-Hertogenbosch 1629
Leget

De prijs van het kloosterlingschap

door P.L. Leget-Kuijlen & J.N. Leget

222
Noten
1.Brabantse Leeuw 36, pag. 103 (1987).
2.Gemeente-archief 's-Hertogenbosch, Oud Notarieel Archief 2679 folio 2.
3.procurator: kloosteradministrateur.
4.sargien: dekens.
5.oorfluwijn: kussensloop.
Genealogisch Tijdschrift voor Oost-Brabant 3 (1988) 222
Sasse van Ysselt

Het Kruisbroedersklooster

343
344
345
346
347
348
349
350
351
352
353
354
Noten
1.Zie hiervoren blz. 289.
2.Mathijs Henrickszn Kuysten verkocht in 1564 (Reg. n° 210 f. 382) aan zijne zuster Margriet de helft van een huis, staande in de Kruisbroederspoort tusschen het erf van het huis In de ploeg ex uno en dat der kinderen van Michiel Kreeft ex alio en zich achterwaarts uitstrekkende tot aan eerstgemeld erf.
3.De Pastoor dezer parochiekerk kreeg tot pastorie het antieke huis, dat ten N. der kerk staat en waarin thans de koster van die kerk woont; blijkens het jaarcijfer, dat in den gevel van dit huis staat, werd het eerst in 1619 gebouwd, zoodat te voren de Pastoor der parochie van St. Catharina eene andere woning moet hebben gehad. Dit was ook werkelijk het geval, want blijkens eene Bossche Schepenakte van 1605 stond in dat jaar in de St. Jorisstraat tegenover het Kruisbroedersstraatje een huis, toebehoorende aan de Pastorie van de St. Catharinakerk, dat te voren had toebehoord, eerst aan mr. Ewald Mallants, daarna aan Catharina weduwe van Henrick van Deventher (zijnde deze laatste eigenares vermoedelijk Catharina van den Kerckhoff wed. van Henrick Proening van Deventher.)
4.Hij is 11 Juli 1614 in het hoogkoor der St. Janskerk van den Bosch begraven onder een monument, dat thans op eene andere plaats in die kerk staat.
5.J. van Oudenhoven 1.c. p. 30.
6.Men zie hierover nog van Heurn Historie II p. 512.
De voorname Huizen en Gebouwen van 's-Hertogenbosch I (1910) 343-354
Geschiedenis
1529 Het uitbreken van de zweetziekte of Engelse pest.  
1606 Op 16 september 1606 staat de prior Petrus van Balen van het Kruisbroedersklooster een stuk land en een brug over de Binnendieze af aan de stad, op voorwaarde dat de stad de brug zal herstellen en in de toekomst goed onderhouden.
Bron: Kroniek van 's-Hertogenbosch
 
Literatuur en bronnenpublicaties

C.J. Gudde, 's-Hertogenbosch geschiedenis van vesting en forten (1974) 42, 49, 56, 91

J.H. van Heurn, Beschrijving der Stad 's-Hertogenbosch (2022) 259-260

L. van de Meerendonk, Het klooster op de Eikendonk te Den Dungen II (1964) 5

L. van de Meerendonk, Tussen reformatie en contra-reformatie IX (1967) 112, 119, 125, 126, 128, 134n, 145, 159, 216, 217, 223

L.P.L. Pirenne, 's-Hertogenbosch tussen Atrecht en Utrecht (1959) 13n

Jan Sanders, Kroniek van Molius (2003) 63, 127, 129, 215, 275, 323, 349, 369

L.H.C. Schutjes, Geschiedenis van het bisdom 's-Hertogenbosch (1876) 427-434

n: vermelding in een voetnoot